Het grote verschil tussen analoog en digitaal racen is dat bij analoog ieder zijn eigen baan heeft en die altijd hetzelfde blijft. Bij digitaal kun je willekeurig wisselen van baan en met meerdere auto’s in dezelfde baan rijden.

Bij analoog kun je dus met maximaal het aantal auto’s racen als dat er banen zijn, dus bij een standaard tweesporen baan met maximaal twee auto’s. Bij digitaal kun je theoretisch met heel veel auto’s tegelijk rijden en zijn de beperkingen vooral van praktische aard (zie blogs bij hardware en software)

Verder zijn er verschillen tussen de baanstukken, auto’s, voedingen, handcontrollers etc. Daar kun je meer over lezen bij Hardware en Software blogs.

Als we het hebben over slotcars dan hebben we het feitelijk over de autoracebanen die we allemaal wel kennen vanuit onze jeugd: gemotoriseerde auto’s (‘cars’) op schaal die in een sleuf (‘slot’) in een baan blijven rijden. Slotcars is de Engelse benaming die ook in andere landen wordt gebruikt en een onderscheid poogt te maken tussen de benadering als speelgoed en een meer serieuze hobby of sport met officiële en officieuze races, kampioenschappen, clubs, etc.